Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dwang

betekenis & definitie

Dwang - Wie tot het aangaan van eenige verbintenis is gedwongen, kan binnen een bepaalden termijn (1490 B. W.) nietigverklaring ervan vorderen (1485 B. W.), welke ten gevolge heeft, dat de zaak en de partijen worden hersteld in den staat, waarin zij zich vóór het aangaan der verbintenis bevonden (1488 B. W.). Ook kan men zich, bij wege van verdediging in een geding, zelfs na elk tijdsverloop, op de nietigheid der afgedwongen verbintenis beroepen (1490 B. W.). Een beroep op dwang is niet meer mogelijk na uitdrukkelijke of stilzwijgende bekrachtiging der handeling (1492,1363 B. W.). — Het meest uitvoerig regelt de wet den invloed van dwang bij het sluiten van overeenkomsten. Artt. 1356 en 1357 B. W. noemen deze onbestaanbaar, indien de toestemming door geweld is afgeperst. Daarvoor is voldoende, dat het geweld door een derde is aangewend Het moet echter zijn gepleegd tegen den contractant zelf of diens echtgenoot of bloedverwanten in de opgaande of nederdalende linie (1359 en 1361 B. W.). Het moet verder van dien aard zijn, dat het in staat is op een redelijk mensch indruk te maken en hem de vrees in te boezemen, dat hij zijn persoon of zijn vermogen aan een aanmerkelijk en dadelijk aanwezend nadeel zou blootstellen.

In het beoordeelen daarvan moet gelet worden op ouderdom, kunne en stand der personen (1360 B. W.). Vrees, alleen uit eerbied jegens vader, moeder of andere bloedverwanten in de opgaande linie voortkomende, zonder bijkomend geweld, maakt de overeenkomst niet nietig (1362 B. W.).

— De mogelijkheid, op grond van dwang tegen eene handeling op te komen, wordt ook uitdrukkelijk genoemd in de artt. 142 (huwelijk), 337 (erkenning kind door minderjarige), 1099 (aanvaarding erfenis), 1111 (verwerping erfenis), 1158 en 1161 (boedelscheiding), 1896 (dading) B. W.

Een uiterste wil, gemaakt tengevolge van dwang, is nietig (940 B. W.). — Daden van geweld kunnen nooit tot eigendomsverkrijging eener zaak door verjaring leiden (1993 B. W.). — Zie voor gewelddadige storing in het bezit BEZITACTlËN. — Gebruik van dwang kan meermalen tot een strafvervolging leiden. Zie b.v. GEWELDPLEGING. — Hij die tot een strafbare handeling gedwongen wordt, is daarvoor zelf niet strafbaar (art. 40 Sr.; zie OVERMACHT); wel echter degene, die ertoe dwingt (art. 47 Sr.).