Dupré (jules) - Fransch schilder (1811—1819), begint zijn carrière als porseleinschilder, maar ontdekt in 1828 het landschap. Eerst maakt hij zeer fijne detailstudies van boomen e.d., maar na in Engeland kennis gemaakt te hebben met stukken van Constable zoekt hij voortdurend meer de eenheid, de stemming in het landschap, offert vele détails op om een sterk effect te krijgen, drijft de tegenstelling van licht en donker op de spits. D. was zelden voldaan over zijn werk. De buiten gemaakte schetsen werkte hij op zijn atelier uit, schilderde er telkens weer overheen, zoodat de verf er soms een vinger dik op zit.
Toch bleven zijn werken lumineus en transparant en gelukte het hem de woestheid der zee, de eenzaamheid van het woud, de uitgestrektheid der landerijen indrukwekkend weer te geven. Sedert 1850 trok D. zich geheel naar l’Isle-Adam terug, omdat hij het in de Parijsche kunstwereld niet uithouden kon. — Stukken van D. vindt men niet alleen in Fransche musea (vooral het Louvre) maar ook in het Museum Mesdag (7 stuks) en het Rijksmuseum (2). Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler; L. Hourticq, France (Ars Una) 1914, 363; vlg. Catalogus van het Museum Mesdag.
