Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Duel

betekenis & definitie

Duel - of tweegevecht, thans een strijd met het zwaard, den degen of op het pistool tusschen twee personen, die een veete tegen elkaar hebben of waarvan de een zich door den ander beleedigd acht, volgens vooraf gemaakte afspraak, onderworpen aan algemeen gebruikelijke of bijzonder vastgestelde regelen. De geschiedenis van het duel is al zeer oud. In de Middeleeuwen bestreden de edelen en ridders elkaar op deze wijze, meestal te paard, met lans of zwaard. Ook werd het toegepast als rechtsmiddel, het zoogenaamde Godsoordeel, om uit te maken, welke der partijen met goed recht eenige aanspraak maakte.

In de XVlIe eeuw, vooral in Frankrijk, waren de duels onder de edellieden aan de orde van den dag; de omstandigheid dat voorname personen steeds gewapend liepen droeg hiertoe veel bij. Verschillende vorsten en veldheeren van naam hebben strenge verbodsbepalingen tegen het duel uitgevaardigd ook omdat zij er dikwijls hun beste officieren door verloren, doch zonder veel succes. Ook de Kerk trachtte het toenemend aantal duels te verminderen, doch ook zij vermocht in dit opzicht weinig; men vreesde over het algemeen als een lafhartige en eerlooze uitgeworpen te worden, wanneer men een duel of uitdaging weigerde. In Engeland is het duel nooit inheemsch geworden, in Frankrijk en Duitschland daarentegen wel. Toch neemt de gewoonte meer en meer af. In tal van geschriften is het betoog geleverd, dat het duel onzinnig is, in strijd met de strafwetten, dat het eenvoudig een vorm van moord, althans van poging tot moord is, dat er meer moed toe noodig is om een duel te weigeren dan het aan te nemen, dat beroepsvechters er misbruik van kunnen maken om een minder geoefende tegenpartij om het leven te brengen en zich daarop te verheffen en nog meer argumenten om aan te toonen, dat het duel in strijd is met ethische en sociale beginselen, zoowel als met de wetten van den staat. In de laatste jaren is dan ook langzamerhand een kentering ontstaan en komen duels minder dan vroeger voor. Toch heerscht in de meeste legers onder de officieren nog steeds de opvatting, dat het tweegevecht onder zekere omstandigheden niet te vermijden is.

In Duitschland is een officier die „beleedigd” is, verplicht, den beleediger uit te dagen en omgekeerd een duel aan te nemen. Echter kan hij het weigeren, wanneer de andere partij niet „satisfaktionsfähig” is, doch maakt zich dan als officier onmogelijk. In Frankrijk komen nogal eens tweegevechten voor tusschen staatslieden, journalisten en andere burgers, doch meestal verloopen die vrij onschuldig. Bij een te houden tweegevecht wijst iedere partij twee secondanten aan; deze regelen in onderling overleg plaats en tijd van het tweegevecht (bij een duel op pistool afstand en aantal schoten) en overige voorwaarden. De tegenstanders komen in geen geval met elkander in aanraking voor het duel plaats heeft. Een geneesheer wordt uitgenoodigd, bij het tweegevecht tegenwoordig te zijn. Ons art. 152 Wetboek van Strafrecht bedreigt gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden tegen hem, die iemand tot het doen van een uitdaging tot tweegevecht aanzet, en tegen hem, die opzettelijk een uitdaging overbrengt, in beide gevallen indien daarop een tweegevecht volgt. De volgende artikelen bedreigen straf tegen hem die iemand in het openbaar of in tegenwoordigheid van derden verwijtingen doet of hem aan bespotting prijs geeft, omdat hij niet tot een tweegevecht heeft uitgedaagd of omdat hij een uitdaging heeft afgewezen (art. 163); tegen hem die in een tweegevecht zijn tegenstander geen, licht of zwaar lichamelijk letsel toebrengt of doodt.

Een zwaardere straf, wanneer het tweegevecht op leven of dood was aangegaan (art. 154). Tweegevecht wordt als moord c. q. doodslag of mishandeling gestraft: wanneer de voorwaarden niet vooraf zijn geregeld, wanneer het niet in tegenwoordigheid van wederzijdsche getuigen plaats heeft of wanneer de dader opzettelijk en ten nadeele van de tegenpartij zich aan eenige bedriegelijke handeling schuldig maakt of van de voorwaarden afwijkt (art. 155). Geneeskundigen, die een tweegevecht bijwonen, zijn niet strafbaar; de getuigen alleen dan, wanneer zij de voorwaarden niet vooraf regelen, partijen tot voortzetting van het tweegevecht aanzetten, of wel bedriegelijke handelingen of afwijking van de voorwaarden toelaten of zelf begaan. Onder deze omstandigheden kunnen de strafbepalingen omtrent moord, enz. ook op de getuigen worden toegepast (art. 156). Poging tot tweegevecht is niet strafbaar. Enkele malen is het voorgekomen, dat twee vorsten elkaar uitdaagden tijdens een oorlog of in gevallen, waarin anders een oorlog dreigde te ontstaan. Eduard III daagde in 1283 de Koningen van Frankrijk en Arragon uit; Frans I Karel V; Karel IX van Zweden Koning Christiaan IV van Denemarken; Gustaaf IV van Zweden Keizer Napoleon I. Het zoogenaamde Amerikaansche duel is in het geheel geen duel, maar een hoogst immoreele overeenkomst, waarbij de partijen door loting uitmaken, wie hunner zich binnen zekeren tijd van het leven zal moeten berooven. Een eigenaardige vorm van tweegevecht is het Duitsche studentenduel (Mensur).

Hierbij gebruikt men een degen (Schläger), die alleen aan het uiteinde vlijmscherp is. Het hoofd en de hals zijn door dikke windsels beschermd, zoodat niet veel meer dan de wang kwetsbaar blijft. Hier tracht men elkaar op een bepaalde manier te treffen (Mensur-narben). Dit soort tweegevecht, dat als een soort sport moet worden beschouwd, is aan zeer strenge, formeele regelen onderworpen. Hoewel in Duitsche universiteitssteden algemeen gebruikelijk, is het officieel verboden. De Christelijke moraal veroordeelt het d. De R.K. Kerk verbiedt het om verschillende redenen, o.a. hierom, dat de mensch, die geen meester is over zijn eigen leven, evenmin willekeurig over dat van anderen mag beschikken en zij straft allen, die een d. aangaan, hulp daarbij verleenen, het op eenige wijze aanmoedigen, o{ het niet beletten terwijl zij kunnen, met den kerkelijken ban; wie in het d. of ten gevolge daarvan omkomt, mag niet kerkelijk begraven worden. Zie o. a. C. H. Beels, Strafr. beschouwingen over het Duitsche Studentenduel; B. Ph. de Beaufort, Beschouwingen over het tweegevecht; H. F. de Koek, Het Duel.