Davididen - Hybridisch woord: Grieksche uitgang achter het Hebr. David. Het beteekent zonen van David. Er worden echter bepaalde nakomelingen van David mee bedoeld uit de familie van Jezus, die ook wel „desposynoi” heeten.
Eusebius verhaalt op gezag van Hegesippus een legende van Domitianus, die den dood van alle nakomelingen van David bevolen zou hebben. Men bracht eenige familieleden van Judas, den Broeder des Heeren, maar toen de keizer van hun bescheiden omstandigheden hoorde en hun handen, met eelt bedekt, zag, liet hij de onschadelijke menschen ongedeerd weer heengaan. Over die d. A. v. Veldhuizen, Keizer Domitianus, Theol. Studiën, 23 (1905).