Cyclische verbindingen - In de organische chemie kan men twee groote groepen onderscheiden n.l. verbindingen met een open keten, de zoogen. aliphatische, en verbindingen met een gesloten keten, de ringvormige of cyclische. Komen in een ring slechts koolstofatomen voor, dan spreekt men van isocyclische; treft men er echter, behalve koolstofatomen ook andere, zooals zuurstof, stikstof, zwavel, enz. in aan, dan heeft men heterocyclische verbindingen. Een typisch voorbeeld van een isocyclische verbinding is het benzol. Daartegen is b.v. thiopheen eene heterocyclische.
Ook in de anorganische chemie neemt men ringvormige verbindingen aan. Zoo kan b.v. ozoon als een isocyclische, daarentegen het stikstofoxydule als een heterocyclische verbinding voorgesteld worden.
