Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Crimineele anthropologie of biologie

betekenis & definitie

Crimineele anthropologie of biologie - (ook anthropologische of biologische criminologie genoemd), de wetenschap, welke zich bezighoudt met het onderzoek van den misdadigen mensch. Hare beoefenaars meenen de oorzaak van de misdaad in hoofdzaak te moeten zoeken in den aanleg van den mensch. Zij wordt vooral vertegenwoordigd door de Italiaansche of zgn. positieve school, waarvan Cesare Lombroso de stichter is. Reeds vóór hem had de Belgische geleerde Quételet de statistiek op de criminaliteit toegepast, waarbij hij kwam tot het aannemen van een „homme moyen” en een „penchant au crime”.

Lombroso ging in deze richting verder en stelde een onderzoek in, dat over een groot aantal misdadigers liep. Het resultaat van dit onderzoek legde hij neer in een boek: L’Uomo delinquente (1876). Daarin stelde hij vast, dat de misdadiger velerlei lichamel. en geestel. afwijkingen vertoont: afwijkenden vorm van schedel, minder hersengewicht, uitstaande ooren, scheefstaande oogen, weinig gevoeligheid voor pijn, weinig tastgevoel, grooter vatbaarheid voor magnet. en metereolog. invloeden; ook de gelaatsplooien en rimpels zijn bij den misdadiger anders gevormd dan bij den normalen mensch. Zoo kwam Lombroso tot het aannemen van een bepaald misdadigers-type, dat van den geboren misdadiger: „delinquente nato” (Ital.), en stelde de vragen, of in dezen een bijzondere menschensoort te zien is en of men wellicht met een ziektetoestand te doen heeft. Op beide vragen geeft Lombroso een bevestigend antwoord. Pathologisch stelt hij den misdadiger gelijk met den„moreel krankzinnige”, anthropologisch verklaart hij de misdadigersnatuur uit atavisme. „Het meerendeel der eigenschappen van de wilden”, zoo zegt hij, „zoowel de lichamel. als de geestel., worden bij den misdadiger teruggevonden. Zoo b. v. de afwijkingen aan schedel en gelaat. Het atavisme verklaart ons het karakter en het voortplanten van sommige misdaden en maakt het begrijpelijk, waarom de straf zoo weinig doel treft.

De misdaad treedt op als een natuurverschijnsel, evenals de geboorte, de dood, de krankzinnigheid, van welke laatste zij dikwijls een droevig gevolg is.” — Deze theorie leidt er natuurlijk toe de wilsvrijheid (zie DETERMINISME), de toerekenbaarheid en de straf in den zin van ons hedendaagsch strafrecht te bestrijden. Naar de leer der crim. anthropologen vindt de straf dan ook slechts haar grond in het noodzakelijk verweer der menschelijke maatschappij tegen een der gemeenschap gevaarlijk wezen: den misdadiger. De denkbeelden van Lombroso hebben (ook buiten Italië) veel bijval gevonden. Veelal wordt echter naast den geboren misdadiger ook een ander type: de gelegenheids-misdadiger aangenomen Hiermede wordt genaderd tot een verwante richting in de strafrechtswetenschap. die der crim. sociologie. De opvatting van Lombroso is tegenwoordig wel weer zoo goed als geheel verlaten; niettemin wordt door velen aangenomen, dat men bij misdadigers een groot aantal somatische zoowel als psychische degeneratie-teekens pleegt aan te treffen en heeft de c.a. een zeer grooten invloed op de geheele beoordeeling van den misdadiger uitgeoefend. Er bestaat een uitgebreide litteratuur over de c.a., terwijl regelmatig congressen (o.a. 1907 in Amsterdam) de beoefenaren dezer wetenschap bijeenbrachten. (Zie ook GERECHTELIJKE ANTHROPOMETRIE). — Vooral van godsdienstige zijde wordt de leer van Lombroso zeer bestreden, daar zij onvereenigbaar is met eene opvatting, die in de straf een geoorloofde en tevens noodzakelijke vergelding ziet. — Litteratuur: Lombroso, der Verbrecher in anthropologischer, ärztlicher und juristischer Beziehung (Deutsche Uebersetzung 1887—1890). Tijdschrift is Archivio di psichiatria anthropologia criminale e scienze penali.