Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Christus-orde

betekenis & definitie

Christus-orde - 1) Oorspronkelijk een geestelijke ridderorde in Portugal; toen in 1312 de orde der Tempeliers opgeheven werd, werden de goederen dier orde later door koning Dionysius van Portugal geschonken aan de op 14 Aug. 1318 opgerichte nieuwe orde der ridders van Christus, die in 1319 door paus Joannes XXII bevestigd en aan de regelen van den Heil. Benedictus, verbonden met die der Cisterciensers, onderworpen werd, terwijl genoemde paus zich het recht tot het benoemen van ridders der orde voorbehield. De eerste grootmeester was Gilles Martinez; paus Julius III verbond het grootmeesterschap dezer orde met de Portugeesche kloon, zoodat sinds de koning van Portugal steeds grootmeester der C. is.

Sinds 1789, in welk jaar de orde geseculariseerd werd, bestaan er drie orden: grootkruis, kommandeurs en ridders. Het ordeteeken, een rood kruis met een wit kruis in het midden, wordt door de grootkruis-klasse aan een driedubbele gouden keten, door de kommandeurs en de ridders aan een rood lint om den hals, of in het knoopsgat, gedragen; hierbij komt bij de hoogere klassen een op de linkerborst te dragen zilveren ster, in welks midden het ordekruis en een brandend hart. — 2) De pauselijke Christus-orde werd in 1319 als R.-Kath. hooge orde van verdienste ingesteld en slechts in zeer enkele gevallen bij pauselijke breve (in 1893 aan Bismarck) verleend; zij bevat slechts ééne klasse; het ordekruis wordt aan een gouden ketting om den hals gedragen. — 3) Van de Portugeesche C. werd een Braziliaansche afdeeling ingesteld en bij keizerlijk besluit van 9 Sept. 1843 in een wereldlijke orde herschapen: sinds Brazilië een republiek werd verklaard, is de orde niet meer verleend.