Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bologna

betekenis & definitie

Bologna - 1) prov. van het koninkrijk Italië, in het landschap Emilia; 3750 K.M2. groot; 590.000 inw. Zij is verdeeld in de distr. Bologna, Imola en Vergato. Het Zuidel. deel behoort tot de Noordel. helling der Etrurische Apennijnen, door wier dwarsdalen talrijke kleine rivieren naar de vlakte stroomen.

De voornaamste is de Reno. De voet van het gebergte breekt rechtlijnig af tegen de Povlakte, waartoe het Noordel. deel der provincie behoort, dat door b. g. rivieren en talrijke kanalen besproeid wordt. Verbouwd worden tarwe, maïs, rijst, vlas, hennep, peulvruchten en verschillende soorten vruchten; in het bergland veel veeteelt.

2) Hoofdst. der gelijkn. prov., ruim 180.000 inw.; ontstaan op het kruispunt der oude via Aemilia en den weg, die over de La Futa-pas door de Apennijnen gaat; tusschen de rivieren Reno en en Savena, tegenw. een belangr. kruispunt van spoorwegen. Langs de via Aemilia gaat nu een der belangrijkste spoorwegverbindingen van Italië (Milaan—Brindisi), dan gaat een lijn via Ferrara naar Venetië, één via Mantua naar Verona en verder over den Brenner, en één via Florence naar Rome. B. is een belangr. moderne vesting. De stad maakt een somberen indruk en is rijk aan histor. bouwwerken. ’t Centrum is de Piazza Maggiore, versierd met een fontein, naar een Neptunusbeeld „del Giante” genoemd, en omgeven door prachtige gebouwen uit de Middeleeuwen en den renaissancetijd, o. a. het Palazzo publico, het P. del podesta (naar de gevangenschap van den zoon van Keizer Frederik II ook P. del Re Enzio genoemd). Bij de Piazza minore prijken de beide bekende lange, smalle, scheeve torens, de 80 M. hooge Asinelli en de 40 M. hooge Garisendi. Zeer talrijk zijn de kerken, b. v. de S. Petronio, de S. Pedro en de S. Dominico. Een overdekte weg voert naar den heuvel, waarop de Santa Madonna di San Luca ligt; een andere naar het Campo Santo (Kerkhof.) Langs de straten en pleinen heeft men overdekte arcaden, wat bij de vaak ondraaglijke zomerhitte een weldaad is. — B. is beroemd om zijn Universiteit, de oudste Christelijke van Europa (gesticht in 1088), die in de Middeleeuwen uitblonk door de rechtsstudie (vooral van het Romeinsch Recht) en nog steeds een der beste der vele Italiaansche hoogescholen is. Behalve andere wetenschappelijke inrichtingen, is ook een zeer beroemde boekerij er aan verbonden.

Clemens XIII stichtte de Accademia delle belle Arti, waaraan een museum met talrijke werken van Bologneesche en Oud-Byzantijnsche kunst verbonden is. Ook elders in de stad vindt men talrijke kunstschatten. B. heeft een vrij belangrijke industrie, o.a. van levensmiddelen (maccaroni, saucis de boulogne, enz.), zijde, parfumerieën. De stad is een Etruscische stichting en heette oorspronkelijk Felsina, later kwam zij in handen der Galliërs, die haar Bononia noemden. In den Romeinschen tijd was zij als kruispunt der via Aemilia en Flaminia een belangrijk centrum. In de 12e en 13e eeuw speelde zij een belangrijke rol in den strijd tusschen Guelfen en Ghibellijnen en behoorde tot de eerste partij. In 1278 kwam zij aan den paus en daarna beurtelings in de macht der pausen of van de adellijke geslachten Pepoli (1337—50), Bentivoglio (1401—1506); in 1506 voor goed weer aan den Kerkdijken Staat, waar zij, behalve in den Franschen tijd, tot 1860 toe behoorde. In dit jaar werd het gebied van B. bij het koninkrijk Sardinië ingelijfd.