Bijbrengen - van het paard, het plaatsen van zijn hoofd, — indien dit te veel naar voren wordt gehouden — in eene zoodanige houding, dat de lijn, die men zich van de kruin voorlangs den neus van het paard getrokken kan denken, slechts even voor de loodlijn valt, uit de kruin neergelaten. Bij opgerichten hals werkt bij bedoelde hoofdhouding het bit op de juiste plaats van de lagen, waardoor de teugelhulpen de beste resultaten waarborgen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
