Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beslaan

betekenis & definitie

Beslaan - 1) hout beslaan is de bewerking om van een ronden boom een vierkanten of nagenoeg vierkanten paal of balk te hakken. Dit wordt ver richt door een z.g. kanthouwer met een bijl. Eerst wordt de ronde stam van twee zijden vertic. be hakt, daarna wordt hij gekanteld, zoodat de be hakte vlakken horizont. — één onder en één boven — liggen, waarna de zijvlakken wederom vertic. behakt worden, zoodat de boom nagenoeg of ge heel vierkant behakt is. Aldus bewerkt, hakt men op de hoeken gewoonl. nog schuine kanten, ten deele zijn deze meestal aanwezig door den gebleven wankant, zie BESLAGEN HOUT.

2) B. met koper of een ander metaal wil zeggen, een vlak geheel of gedeeltel. met dat metaal bedekken, gewoonlijk door het met hamer en spijkers op dat vlak te bevestigen.
3) Een paard b., de hoeven van het paard van hoefijzers voorzien, door deze met vierhoekige „nagels” aan den hoornhoef te bevestigen. Dit hoefbeslag dient, om het te sterk afslijten van den hoornhoef te voorkomen. Het paard moet, in verband met den hoorngroei, on geveer om de 6 weken worden beslagen. Bij de milit. paarden geschiedt dit normaal om de 5 a 6 weken, volgens de beslaglijst, waarop hunne be slagdata staan ingevuld. Men onderscheidt zomer en winterbeslag. Dit laatste bestaat uit soortgel. ijzers als het zomerbeslag, doch is voorzien van schroefgaten, waarin bij gladde wegen scherpe kalkoenen worden geschroefd. In het Ned. leger moeten over het algem. de officieren- en Rijks paarden van 15 Nov.—1 Maart op winterbeslag staan (zie het Ned. „Voorschrift nopens het hoef beslag”). Zie ook HOEFIJZER.