Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bazel (kanton)

betekenis & definitie

Bazel (kanton) - Bazel (D. Basel, Fr. Bâle), 1) het elfde kanton van den Zwitserschen Bond; sinds 1833 is B. verdeeld in twee halfkantons, n.l. Bazel-Land (Bâle-Campagne), 427 K.M2. groot, 78.000 inw., en Bazel-Stad (Bâle-Ville), met 37 K.M2., 143.000 inw. Behalve de omgeving der stad B., die binnen de Boven-Rijnsche laagvl. ligt, bestaat het geheele kanton uit een door vele dwarsdalen doorsneden Jura-plateau, dat naar het Z. en Z.O. in de grensketen Hauenstein overgaat. Het geheele kant. behoort tot het stroomgebied van den Rijn, die van hier de Ergolz, de Birs en de Birsig uit het Jurageb. en de Wiese uit het Zwarte Woud ontvangt. De bodem is over het geheel vruchtbaar en goed bebouwd; het klimaat is in de hooge streken van den Jura ruw, in de laaggelegen dalen, vooral in het Rijndal, zeer zacht. De bevolking spreekt meest Duitsch; een slechts klein gedeelte Fransch. De bevolking van Bazel-Land leeft van landbouw, een weinig mijnwezen, industrie en handel. Volgens de zuiver demokr. grondwet van 6 Maart 1863 berust de wetgev. macht bij een Landraad, bestaande uit één lid op elke 800 inw., gekozen voor den tijd van drie jaren; de Landraad kiest elk jaar een nieuwen presid.; de in den Landraad behandelde en door dit lichaam genomen besluiten worden bij volksstemmingen (in het voor- en najaar) aangenomen of verworpen. De uitv. macht berust bij den Regeeringsraad, bestaande uit 5 onmiddellijk door het volk voor drie jaren gekozen leden; de pres. en de vice-pres. van den Regeeringsraad worden door den Landraad voor een jaar gekozen. Elk distr. staat onder een distr.-hoofd; algemeene hoofdpl. is Liestal. — Bazel-Stad heeft eveneens een zuiver demokr. grondwet, het laatst herzien 10 Mei 1875; de Groote Raad, door het volk voor drie jaren gekozen, is de wetgev. macht; uitv. macht is de Regeeringsraad, evenzoo voor 3 jaren gekozen. — 2) Hoofdstad v/h halfkanton Bazel-Stad, in grootte tweede stad van Zwitserland, aan beide oevers van den Rijn, die zich hier naar het Noorden wendt, om weldra Zwitserland te verlaten, in een aan twee zijden door heuvelrijen ingesloten vlakte, aan het begin der laagvlakte van den Boven-Rijn; de stad bestaat uit Groot-Bazel, aan den iets hoogeren linker, en Klein-Bazel aan den rechter Rijnoever; beide deelen zijn door drie bruggen verbonden. 138.000 inw.

Voorn. gebouwen: het Raadhuis aan de Markt, het natuurhistorisch, ethnographisch en oudheidkundig museum, het schilderijen-museum (waarin zich een groote verzameling schilderijen en teekeningen van Holbein, die uit Bazel geboortig was, bevindt), de Kunsthalle, met een permanente tentoonstelling van nieuwe schilder- en beeldhouwwerken, het Missionshaus met ethnographisch kabinet, enz. De in 1459 door paus Pius II gestichte universiteit bezit een bibliotheek van 150.000 deelen. Sinds eeuwen reeds is B. een der belangrijkste handels- en fabriekssteden van Zwitserland; in de 15de en 16de eeuw bloeide hier de boekdrukkunst. (Zie AMERBACH). — De stad B. dankt haar ontstaan aan een Romeinschen legerpost, Basilea geheeten, in 374 n. C. voor het eerst vermeld en gelegen in de nabijheid der Romeinsche kolonie Augusta Rauracorum (thans Aeugst), die omstreeks het midden der 5de eeuw verwoest werd, waarop de bewoners zich grootendeels te B. vestigden; met het land der Alemannen kwam de stad in 500 onder de heerschappij der Franken en bij de deeling van het Frankische rijk in 843 aan Lotharius; in 870 aan Lodewijk den Duitscher, in 912 aan Bourgondië en met dit land in 1006 eerst als pand en in 1033 bij erfverdrag voor goed aan het Duitsche Rijk. In de elfde eeuw kreeg B. bevestigde muren en in de eerstvolgende eeuwen, in weerwil der eindelooze veeten en oorlogen met den adel uit den omtrek, steeg het in macht en aanzien, tot het in de 15de en 16de eeuw het toppunt van zijn bloei bereikt had; toenmaals telde B. zij meer dan 100,000 inw. en werd het tot de eerste steden van Europa gerekend. Na reeds lang met de eedgenooten bevriend te zijn geweest, sloot het zich in 1501 bij hun bond aan. Reeds vroegtijdig onderscheidden de bewoners zich door bijzondere liefde voor kunst en wetenschap; vele beroemde geleerden en kunstenaars werden hier geboren of hielden hier langer of korter tijd verblijf; Erasmus leefde hier vele jaren, stierf er en werd in de Domkerk begraven. In genoemde kerk werd 1431-1443 het bekende concilie van B. gehouden, waarbij aan de Hussieten het gebruik van den kelk bij het Avondmaal werd vergund. Bij het veldwinnen der Reformatie verlieten de meeste geleerden de Bazelsche hoogeschool, die daardoor zeer in verval geraakte en zich eerst in den nieuweren tijd weer in grooteren bloei mocht verheugen. Langen tijd heerschte de stad B. over het gelijknamige landschap en veroorloofde zich menige daad van willekeur jegens de boerenbevolking, die ten slotte in 1830 zich daartegen krachtig verzette en 6 Jan. 1831 te Liestal een voorloopig bestuur instelde, dat door de stedelijke militie verjaagd werd, waarop, na mislukte pogingen om den vrede te bewaren, een burgeroorlog uitbrak, die wel op kleine schaal, doch niettemin met verbittering werd gevoerd. Tweemalen trok de stadsmilitie uit, nl. Aug. 1831 en April 1832; beide keeren werden de te wapen geloopen boeren verstrooid, echter zonder blijvend succes voor de stad. De landpartij constitueerde zich als een eigen staat, en ontwierp een eigen grondwet, die zij 27 April 1832 aannam; de stadspartij overviel de boerenbevolking op 3 Aug. 1833, doch werd in het bloedig gevecht bij Prattelen met zware verliezen teruggeslagen. De Bondsregeering kwam nu tusschenbeiden en op 26 Aug. 1833 werd de scheiding der beide kantongedeelten bekrachtigd en door de Federatie erkend; bij deze scheiding werd het gebied der stad B. beperkt tot de stad en een drietal omgelegen dorpen aan den rechter Rijnoever. In Bazel-Stad kwam 3 Oct. 1833 een nieuwe grondwet tot stand, die gelijkheid voor de wet van alle burgers en vrijheid van drukpers waarborgde en den duur der regeeringsambten en allerlei andere punten regelde. Na de revolutie te Genève in 1846 werd 8 April 1847 de grondwet van B. herzien; bij de gewijzigde grondwet van 1875 werd de zuiver demokratische regeeringsvorm ingevoerd.

< >