Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bazel (K. P. C.)

betekenis & definitie

Bazel (K. P. C.) - Bazel (K. P. C. de), architect, geb. 1869, ontving zijn eerste opleiding in de bouwkunst op den avondcursus der Haagsche Academie, onder den archit. H. P. Vogel, wiens onderwijs geheel het stempel van de klass. richting droeg. Op 20-jar. leeftijd kwam de B. in dienst bij den Archit. P. J. H. Cuypers, op wiens bureau hij o.m. zijn medewerking verleende voor den bouw van de St. Vituskerk te Hilversum. Intusschen vielen vele bekroningen op prijsvragen hem ten deel, waaronder genoemd mogen worden die voor zijn ontwerp voor een Genootschapsgeb. voor Archit. en voor een Bibliotheekgeb. Na 1900 trad de B. als architect meer op den voorgrond. Zijn eerste belangr. werk was de hofstede Oud-Bussum te Naarden, terwijl ook de bouw van een groep woonhuizen in het Willemspark te Amsterdam niet weinig tot zijn succes bijdroeg. Voorn. werden door hem landhuizen en grootere heerenhuizen gebouwd, waarvan vooral in het Gooi en verder in Haarlem, Alkmaar, ’s-Hertogenbosch en Enschede voortreffelijke specimina te vinden zijn.

Als het meest belangr. onder zijn grootere gebouwen mag genoemd worden het gebouw der Heide-Mij. te Arnhem. Als een bijzonder hoogstaande uiting van zijn kunst is ook te rekenen het ontwerp voor het Raadhuis te Rotterdam, dat, hoewel het door de jury der besloten prijsvraag niet tot uitvoering gekozen werd, toch onder de beste ontwerpen der moderne Holl. architectuur gerangschikt wordt. In den laatsten tijd werden, voornamel. te Amsterdam, door hem verscheidene grootere complexen arbeiderswoningen gebouwd. Naast zijn buitengewone kwaliteiten als archit. moeten in de B. ook geroemd worden zijn talenten op het gebied der moderne interieurkunst. Als meubel-ontwerper was hij een der oprichters en medewerkers van „het Binnenhuis” te Amsterdam. Een zijner voorn. ontwerpen op dit gebied is wel de Koninkl. wieg voor Prinses Juliana. De B.’s kunst is in den kern geïnspireerd door de klassieken, doch hij is een modern kunstenaar in de volste beteekenis van het woord, een meester, die door eigen scheppingskracht, waardeerend het schoone van vroeger stijlperioden, aan zijn werk die vormenspraak weet te geven, welke het inderdaad tot een zuivere uiting van onzen tijd maakt.

< >