Batthyanyi, oud adellijk geslacht uit Hongarije, waarvan de oudere linie in 1764 de waardigheid van rijksvorst verkreeg. Casimir van B., 1807-54, nam deel aan den opstand van 1848, bezette Esseg en versloeg de Oostenr. troepen bij Szarvas en bij Chepin; in 1849 werd hij door de Hong. regeering benoemd tot Minister van Buitenl. Zaken. Na het bedwingen van den opstand week hij met Kossuth e.a. naar Turkije uit en begaf zich later naar Parijs. Lodewijk van B., 1809-49, vrijzinnig Hong. staatsman, trachtte in 1849 bemiddelend op te treden tusschen de overwinnende Oostenrijkers en de regeering van Hongarije. Toen de regeering naar Debreczin week, bleef hij te Pest, werd gevangen genomen, als opstandeling voor een krijgsraad gebracht en onder het schrikbewind van generaal Haynau tot de galg veroordeeld. Opdat hij aan dien smadelijken dood zou ontkomen, wist zijn vrouw, een gravin Zichy, hem een dolk te bezorgen, waarmee hij zich (5 Oct.) de halsslagader opende; nadat hij eenigszins van deze wonde hersteld was, werd hij 6 Oct. 1849 gefusilleerd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
