Bähr - (Otto), Duitsch rechtsgeleerde, geb. 1817, overl. 1895; was in 1849 Obergerichtsrat in Kassei, en nam ijverig deel aan den strijd voor de constitutie (1850). Tengevolge daarvan werd hij in 1851 naar Fulda overgeplaatst, maar in 1856 naar Kassei teruggeroepen, in 1863 bevorderd, in 1867 lid van het Hof van Appèl voor de toen nieuw verkregen provinciën; tot lid van den Rijksdag en van het Huis van Afgevaardigden verkozen, sloot hij zich aan bij de nat. lib. partij. Van 1879—1881 was hij Reichsgerichtsrat te Leipzig.
Twee geschriften vestigden zeer sterk de aandacht op hem: Die Antrkennung als Verpflichtungsgrund(1855, 3e druk 1894) en Der Rechtsstaat (1864). Bovendien schreef hij nog o.a. : Der deutsche Civilprozess in praktischer Bethätigung (1885); Gegenentwurf zu dem Entwurf eines Bürgerlichen Gesetzbuchs (1890); Eine deutsche Stadt vor sechzig Jahren; kulturgeschichtliche Skizze (1834, 2e dr. 1886) ; Das frühere Kurhessen (1895).