Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Auwers (arthur)

betekenis & definitie

Auwers (arthur) - Duitsch sterrekundige, geb. 12 Sept. 1838 te Göttingen. Hij werd in 1866 als astronoom aan de Akademie van Wetenschappen te Berlijn verbonden, en was van 1878 af secretaris der „Physik.-math. Klasse”; hij stierf 24. Jan 1915.

Hij heeft zich bekend gemaakt door zijn baanbepaling der dubbelsterren Sirius en Procyon {Untersuchungen über veränderliche Eigenbewegungen, 1862 en 1868); door zijn bepaling van de parallaxis der zon (heliometer-waarnemingen van planetoïden, 1889); door zijn omvangrijken arbeid als organisator en leider der Duitsche expedities voor de waarneming der Venusovergangen van 1874 en 1882, en door het bewerken van het verkregen materiaal. Maar zijn grootste verdienste ligt op het gebied der sterrenkatalogi. Bijna 25 jaren lang (1865-1890) was hij een der leiders van de Astronomische Gesellschaft en van haar grootsche onderneming: de nauwkeurige plaatsbepaling van de sterren der Bonner Durchmusterung, voor zoover ze niet zwakker dan de 9e grootte zijn. Zijn hoofdwerk is: Neue Réduction der Bradley'schen Beobachtungen aus den Jahren 1750 bis 1762 (St. Petersburg 1888); het bevat een nieuwe bewerking van de plaatsbepaling van 3222 sterren, die ook al aan Bessel de stof hadden geleverd voor het beroemde werk Fundamenta Astronomiae (1818). In zijn laatste levensjaren trad A. op als leider van een nieuwe onderneming, die, onder den naam Geschichte des Fixsternhimmels, een bewerking van alle sedert 1743 verkregen sterreplaatsen beoogt te geven.

< >