Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Astarte

betekenis & definitie

Astarte - (eig. Asjtarte), een godin, die in de heele Semitische wereld vereerd werd onder verschill, namen: Istar (Babel), Asjirte of Asjratoe (Kanaan), At(t)ar (Syrië), Asjtar (Moab), Athtar (ZuidArabië), Astar (Abessynië), Asjera en Astarte (Israël). In ’t O. T. ook Astoret, maar dat is opzettelijke verminking, door de vocalen van bosjet (schande) in den naam te brengen, vgl. Molech voor Melech. In Z.-Arab. is Reen mann. god, in Moab waarschijnl. ook.

Elders vrouwelijk. Ook heeft de naam vaak geen vrouwelijken uitgang (Istar). Reeds i. d. prae-Israëliet. periode was ze in Kanaän bekend, blijkens de annalen van Pharao Thoetmes III (± 1478) en de El-Amarnabrieven (± 1400). Te Geser zijn tal van naakte vrouwenbeelden gevonden, die ws. A. voorstellen. In Richt. 2 : 13; 10 : 6; 1 Sam. 7 : 3 v. e. a. wordt het mv. astarōt gebruikt in de beteekenis van: godinnen, naast baal als: god. Het karakter van A, blijkt ook uit den bijbel: Deut. 7 : 13; 28 : 4, 18 : 51, waar het mv. astaröt in de Stat. Vert. is weergegeven door „Kudden”, beteekent: voortteling.

Ze is de godin der zinnelijke liefde en der vruchtbaarheid. De Grieken vereenzelvigen haar terecht met Aphrodite; Herodotus noemt haar Mylitta = de barende; in een Sabeesche inscriptie heet ze „moeder Athar”. Haar symbool is de heilige paal, als zoodanig heet ze ook Asjera. Ze wordt afgebeeld met een zoogend kind op den arm, of met koehorens (van daar de naam Astarōt-Karnaïm: de gehoornde A., Gen. 14 : 5). Behalve als vruchtbaarheidsgodin treedt ze ook op als k r ij g s g o d i n in volle wapenrusting of als m a a n g o d i n, en (in Babel) onder den naam Istar als V e n u s-ster. Het is onzeker, hoe deze verschillende trekken in A. te verklaren zijn. Zie ISTAR.