Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Ascomyceten

betekenis & definitie

Ascomyceten - een van de drie groote groepen, waarin men de Schimmels verdeelt. Het zijn saprophyten of parasieten, in het bezit van een meercellig mycelium (weefsel van schimmeldraden), waaruit de sporebuizen of asci ontstaan. Dit zijn microscopische plantencellen, waarin zich een 8-tal (zeer zelden meer of minder) sporen (ascosporen) vormen. De asci springen open, wanneer ze rijp zijn.

De sporen gaan in een geschikten voedingsbodem kiemen en ontwikkelen zich tot een nieuw mycelium. Daaruit kunnen dan weer asci ontstaan. Ook wel kunnen zich uit het mycelium andere voortplantingsorganen ontwikkelen, n.l. conidiëndragers, vertakte, zelden onvertakte schimmeldraden, die aan hun uiteinde, kleine eencellige lichamen afsnoeren, die ook het karakter van sporen hebben en Conidiën heeten. Deze sporen hebben vaak een opvallende kleur, zwart, rood of groen. Het laatste is o.m. het geval bij den z.g. Penseelschimmel, Penicillium glaucum, den bekenden groenen schimmel, die spijzen en alle mogelijke andere stoffen, mits ze voldoende vocht bevatten, met een dikke groene laag kan overdekken. Een conidium kan bij kieming weer een mycelium leveren. Of er uit dat mycelium een ascus, dan wel een conidiëndrager ontstaat, is afhankelijk van verschillende omstandigheden, die nog niet in alle gevallen bekend zijn. Er zijn Ascomyceten, waarvan men alleen de asci kent, van andere kent men slechts de conidiëndragers.

Deze laatste noemt men dan Fungi imperfecti (Onvolledige Schimmels). Aan het vormen van den ascus gaat in het mycelium een versmelting van celkernen vooraf, die men met een geslachtelijk proces kan vergelijken, In vele gevallen vereenigen zich een groot aantal asci tot een vruchtlichaam van verschillenden vorm. Soms zijn deze vruchtlichamen zeer kleine, gesloten zakjes, op welker bodem de asci staan, en die met een kleine opening aan den top openspringen (peritheciën). In andere gevallen bekleeden de asci in een aaneengesloten laag de oppervlakte van een schimmelweefsel van bepaalden vorm (stroma), die dan afmetingen van eenige decimeters kunnen bereiken. Ook de Truffels zijn vruchtlichamen van Ascomyceten, waarbij de asci in het inwendige gezeten zijn. Tot de eenvoudigste A. behoort de Gist (Saccharomyces), die geen vruchtlichamen vormt. Een groot aantal plantenziekten wordt door A. veroorzaakt.