Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Arabische gom

betekenis & definitie

Arabische gom - (Gummi arabicum), handelsnaam voor verschillende gomsoorten, die alle gewonnen worden uit Acacia-soorten. Men onderscheidt Nijlgom en Senegalgom. Beide komen in hoofdzaak van Acacia Senegal (= A. Verek). Dit is een ongeveer 6 M. hooge boom, met dorens en gevinde bladeren, welke echter in den drogen tijd alle ontbreken.

De bleekgele tot witte bloemen staan in vrij lange dichte aren. De boom is over een groot deel van tropisch en subtropisch Afrika verspreid, en wordt op sommige plaatsen gekweekt. De gomvorming heeft plaats tegen het begin van den drogen tijd, als er in de bast spleten ontstaan door de sterke uitdroging. De gom komt dan in druppels uit de wond te voorschijn, welke druppels een tijdlang grooter worden. Na een tot twee maanden is de massa voldoende verhard om door de inboorlingen van de bast verwijderd en verzameld te worden. Vooral in het Nijlgebied (Kordofan) worden de boomen ook wel opzettelijk verwond, om ze tot gomvorming te brengen. De Senegalgom wordt in Senegambië door de wilde volkstammen verzameld en uitgevoerd naar enkele plaatsen aan de Westkust van Afrika, De groote stapelplaats is Bordeaux, waar ook het uitzoeken op kwaliteit (triage) plaats vindt. De Senegalgom heeft tegenwoordig een veel grootere beteekenis dan de Nijlgom, waarvan vroeger Triest de groote stapelplaats was.

De uitvoer bedraagt ongeveer 8 millioen K.G. per jaar. De kleur, vorm en zuiverheid van het produkt loopen zeer uiteen. De beste soorten zijn bijna kleurloos, regelmatig van vorm, en hebben een grootte van 1—4 c.M. De verzending heeft plaats in zakken van 80— 90 KG. De beste soorten worden gebruikt bij de fabricage van likeuren, voor de appretuur van zijden stoffen en kantwerk, voor het maken van fijne waterverven, en in de apotheek. De mindere soorten voor ordinaire appretuur en in de katoendrukkerijen, de slechte kwaliteiten bij de bereiding van inkt. Ook als plakmiddel speelt A. G. een groote rol. De Duitsche Rijksdrukkerij verbruikt voor de postzegels jaarlijks 100.000 K.G. Daar de stof zeer voedzaam is, wordt zij door de inboorlingen ook wel gegeten. De wereldproductie is nog steeds stijgende en bedroeg in 1912 ongeveer 17 millioen K.G. Zie verder GOM.