Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Anton

betekenis & definitie

Anton - 1) Günter K., Duitsch staathuishoudkundige, geb. 1864, werd 1900 prof. te Jena; schreef: Geschichte der preussischen Fabrikgesetzgebung (Leipz. 1871), Die Entwickelung des französischen Kolonialreiches (Dresd. 1897), Ein Zollbündnis mit den Niederlanden (ald. 1902), Die Rohrzuckerindustrie auf Java und die Eingeborenen (in Schmoller’s „Jahrbuch für Gesetzgebung” 1906).

2) Clemens Theodor, Koning van Saksen van 1827 tot 1836; hij werd geb. 1755; aanvankelijk voor den geestelijken stand bestemd, leefde hij als prins meest teruggetrokken. De dood zijns broeders Friedrich August I, 5 Mei 1827, riep hem op den troon. Na de beweging van 1830 nam hij zijn neef Friedrich August tot mederegent en benoemde een nieuw ministerie; met de Grondwet van 4 Sept. 1831 trad Saksen in de rij der constitutioneele staten. A. stierf 6 Juni 1836 te Pillnitz. Hij is tweemaal gehuwd geweest, eerst met prinses Maria van Sardinië, overl. 1782, daarna met Maria Theresia, dochter van Keizer Leopold II, overl. 1827; de eerste echt was kinderloos, de kinderen uit het tweede huwelijk stierven allen zeer jong.
3) Karl Gotlob, Duitsch geschiedvorscher en rechtsgeleerde, geb. 1751, overl. 1818 te Görlitz; hij schreef: De dato diplomatum regum et imperatorum Germaniae, enz.