Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Afscheiding

betekenis & definitie

Afscheiding - secretie, is de uiting van het vermogen der organismen, planten zoowel als dieren, zekere stoffen te bereiden, die voor hun levensverrichtingen noodig zijn. Bij de planten ontstaan hierdoor o.a. de honig, de aetherische oliën, gom en hars; bij de lagere dieren b.v. de tot verdediging dienende vergiften; bij de hoogere het huidsmeer en het oorwas der talkklieren, het slijm der slijmvliezen (b.v. der ademwegen, van het spijsverteringskanaal), het weivocht der sereuze vliezen (b.v. der hartvlies-, borst-, buik-, en gewrichtsholten). Voorts speeksel, maagsap, gal, alvleeschkliersap en darmsap, enz.

Secreten worden steeds door bijzondere cellen, kliercellen, gevormd. Eene verzameling van deze kliercellen, op bijzondere wijze gerangschikt, noemt men klier.

Iedere kliercel is te beschouwen als eene kleine chemische werkplaats. Zij staat aan de eene zijde in verband met het bloed, aan de andere maakt zij een deel uit van de begrenzing der ruimte, waarin de afgescheidene stoffen zullen werken. (B.v. de darmruimte bij kliercellen, die deel uitmaken van den darmwand. Bij de meeste klieren van gewervelde dieren, is de ruimte, van wier begrenzing de kliercellen een deel vormen, niet de plaats, waar de afgescheidene stoffen werken; zij staat echter onmiddellijk met deze in verband). De kliercel onttrekt dus stoffen aan het bloed, vormt daaruit het afscheidingsproduct en geeft dit af aan de genoemde ruimte. Van „interne afscheiding” (schildklier, bijnier, enz.) spreekt men, als het afscheidingsproduct door de kliercellen overgegeven wordt aan het bloed, om door den bloedsomloop door het lichaam verspreid te worden, b.v. om zekere organen te prikkelen. (De afscheiding van de bijnier b.v. prikkelt den wand der bloedvaten, zoodat zij nauwer worden, wat den bloedsdruk doet stijgen). De afscheiding van de bovengenoemde weivochten is op te vatten als een filtreerproces van chemisch onveranderde bestanddeelen van het bloed door de „sereuze” vliezen in de door hen begrensde ruimte. Wij hebben hier eerder met „transsudaten” dan met secreten (echte afscheiding) te doen.

< >