Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Adaptatie

betekenis & definitie

Adaptatie - Men noemt een levend wezen volledig geadapteerd aan zijn omgeving, wanneer het zoodanig gebouwd is, dat het van die omgeving het meest mogelijke nut en geen schade ondervindt. Al komt volledige a. aan de omgeving wellicht nooit voor, toch kan het woord ook in betrekkelijken zin gebezigd worden, ook wanneer de bouw van een bepaald orgaan of een bepaalde functie beschouwd worden. Zoo is het geringe soortelijke gewicht van een vogel een a. aan het luchtleven, de verminderde verdamping van woestijnplanten een a. aan de droge omgeving.

Sommige planten en dieren zijn in staat zich te adapteeren aan een verschillende omgeving, b.v. planten, die zoowel in het hooggebergte als in de vlakte kunnen leven, dieren die in de koude een dikker haarkleed krijgen, enz. Van a. wordt ook gesproken, wanneer bedoeld wordt de wijze, waarop de toestand van het geadapteerd zijn tot stand is gekomen. Het Lamarckisme neemt aan, dat de omgeving deze eigenschappen rechtstreeks heeft doen ontstaan, het Darwinisme, dat van de toevallig ontstane eigenschappen alleen die behouden zijn gebleven, die niet nadeelig voor het dier of de plant waren.

(Zie verder AFSTAMMINGSLEER).