Achterlijke kinderen - worden in de schoolpractijk die leerlingen genoemd, welke niet in staat zijn het gewone onderwijs te volgen. Sommigen zijn slechts achterlijk in enkele opzichten, b.v.b. kinderen met slecht ontwikkelde getalvoorstellingen en -begrippen, met gebrekkig vormgeheugen, de hopelooze taalfoutenschrijvers, enz. Nog anderen zijn niet oorspronkelijk achterlijk, doch worden het tengevolge van omstandigheden, zooals: schoolverzuim, nawerking van ziekten, doofheid, spraakgebreken, armoede, enz.
Men onderscheidt daarom: toevallig-achterlijken en wezenlijk-achterlijken. De laatsten heeten ook wel zwakzinnigen, waaronder twee hoofdgroepen: de idioot-achtigen, die op alle prikkels snel, maar oppervlakkig reageeren en de imbeciel-achtigen, die lijden aan onaandoenlijkheid.
Sedert ongeveer 1880 is men in Duitschland begonnen, afzonderlijk onderwijs voor achterlijke kinderen in te richten en dat voorbeeld is sedert in andere landen: Zwitserland, Oostenrijk, enz. en ook in ons land gevolgd. Men vereenigt die kinderen in bijklassen of in afzonderlijke scholen, of wel men voedt ze op in daarvoor ingerichte internaten. Plaatsing op de laatstgenoemde inrichtingen kan slechts door zeer gegoede ouders bekostigd worden. Bijklassen zijn minder verkieslijk dan afzonderlijke scholen. De scholen voor zwakzinnigen onderscheiden zich door kleine klassen (maximum: 16 leerlingen) en door een vereenvoudigd leerplan, waarbij spel, zingen, gymnastiek zonder werktuigen, handen- en tuinarbeid bijzonder benadrukt worden. Zij worden ten onzent in de meeste groote gemeenten, hetzij door het gemeentebestuur, hetzij door particuliere vereenigingen gesticht, aangetroffen, en voorzien in een dringende behoefte, daar zij de gewone scholen van hinderlijke leerlingen ontlasten en de achterlijken in de gunstigst mogelijke omstandigheden brengen, ten einde zich zoo ver te ontwikkelen, als hun abnormale toestand dat mogelijk maakt. Van Rijkswege worden zij financieel krachtig gesteund. — In den laatsten tijd vertoont zich een streven om ook dooven, spraakgebrekkigen, enz. in afzonderlijke scholen te doen onderwijzen.