Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Abendanon (J. H.)

betekenis & definitie

Abendanon (J. H.) - geboren te Paramaribo, 14 Oct. 1852, zoon van S. Abendanon, den directeur-opzichter der Surinaamsche Bank, verkreeg in 1874 te Leiden den graad van doctor in de beide rechten, vertrok in 1876 als rechterl. ambtenaar naar Nederl. Indië, waar hij, na verschillende rangen te hebben doorloopen, in 1894 tot Raadsheer in het Hooggerechtshof werd benoemd. In 1900 volgde zijn benoeming tot Directeur van het Departement van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid; in die hoedanigheid maakte hij in 1904 een reis over Java en Madoera, ter bestudeering van de wijze, waarop de Inl. nijverheid zou zijn te bevorderen. In 1915 verkreeg hij op verzoek eervol ontslag uit ’s Lands dienst.

A. is medeoprichter van de Ned.-Ind.-Juristen-Vereeniging, was van 1885—1888 haar secretaris; daarna tot 1895 secretaris van het Bat. Gen. v. Kunsten en Wetenschappen, tevens redacteur van het Tijdschr. voor Ind. Taal-, Land- en Volkenkunde; tot 1905 bestuurslid en vice-voorzitter, toen zijn benoeming tot eerelid volgde; 1897—1900 redacteur van „Het recht in Ned.-Indië”, 1898—1905 correspondent van de Kon. Acad. v. Wetenschappen. Na zijn terugkeer in Europa wijdde A. zich vooral aan de belangen der Inlandsche bevolking en de verheffing der Inl. maatschappij; blijkende uit tal van lezingen en verhandelingen, o.a. ook uit de uitgave van eenige brieven van wijlen Raden Adjeng Kartini, onder den titel : „Door duisternis tot licht,” ten einde de belangstelling te wekken voor den vooruitgang van de Inl. vrouw en haar vrijwording op het gebied van het huwelijk. Als lid van het Institut Colonial International bracht hij praeadviezen uit over het onderwijs, de nijverheid en het credietstelsel in de verschillende koloniën, en over het deelnemen van de bevolkingen der koloniën aan bestuur en regeering. Sedert 1899 is A. ridder v. d. Nederl. Leeuw. — Behalve tal van artikelen van juridischen aard, en de reeds genoemde publicaties, verschenen van zijn hand: De Ned.-Indische rechtspraak sedert 1849 (2de druk tot 1907 met rechtslitteratuur); Publiek- en privaatrechtelijke verhoudingen tusschen moederland en koloniën; De rechtstoestand van den Inlander in Algerie.

< >