Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zonneleen

betekenis & definitie

o. (-lenen), (hist.) allodiaal goed, vrije grond waarop geen leenrechte rustten.

(e) In het feodale stelsel, dat het beginsel nulle terre sans seigneur (Fr., geen land zonder heer) huldigde, was een allodium — dat men derhalve niet van een heer in leen hield — eigenlijk niet denkbaar. Met de fictie dat allodiaal goed in leen werd gehouden van de zon, bracht men de praktijk in harmonie met het theoretisch uitgangspunt.