Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zoeken

betekenis & definitie

(zocht, heeft gezocht),

1. trachten te vinden (m.n. iets dat verloren is) of te bereiken: naar een sleutel —; ik heb mij gek gezocht naar dat boek, (spr.) zoekt en gij zult vinden, of die zoekt, die vindt (Matt.7,8), met vlijt en inspanning bereikt men zijn doel; je moet ze —, er zijn er niet zo veel: zo iemand is met een lantaarntje te -, vindt men haast nergens; naar zijn woorden (moeten) —, niet gemakkelijk spreken;
2. iemand -, iedere gelegenheid gebruiken om op hem te vitten;
3. trachten te verkrijgen: kruiden —, bijeenlezen; een vrouw —, er naar uitzien om mee te trouwen; een huis, kamers —, willen huren of kopen; werk —; u hebt hier niets te —, u hebt hier niets te maken; de reden is niet ver te —, ligt voor de hand; dat is ver gezocht, dat is er met de haren bijgesleept;
4. trachten te bereiken: de schaduw —, daar in gaan zitten; een goed heenkomen vluchten; niet meer weten waar men het moet, geen uitkomst meer zien, geen raad weten;
5. streven naar: ruzie, twist —;
6. denken te vinden: dat had ik niet achter hem gezocht, daartoe had ik hem niet in staat geacht (gunstig of ongunstig); overal iets achter —, altijd argwaan koesteren.