bn., 1. van zilver (ook wel van een zilverlegering) vervaardigd: lepels en vorken; iets over — schijven doen lopen, geld gebruiken om iets gedaan te krijgen;
2. klinkend als aangeslagen zilver: een — geluid;
3. de kleur hebbend van zilver: het maanlicht; — haren, grijs haar;
4. — bruiloft, viering van een 25-jarige echtvereniging.