Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wrijving

betekenis & definitie

v. (-en),

1. het wrijven;
2. (natuurkunde), (ook: frictie), weerstand die optreedt wanneer een voorwerp bewogen wordt ten opzichte van een ander waarmee het over een groter of kleiner deel van zijn oppvervlakte in aanraking is(e);
3. (fig.) onenigheid, strubbeling.

NATUURKUNDE

Glijdende of slepende wrijving treedt op in het aanrakingsvlak van twee vaste lichamen die langs elkaar schuiven of zullen gaan schuiven. De richting van de wrijvingskracht is tegengesteld aan die van de beweging; zij werkt dus de bestaande beweging tegen, terwijl het ontstaan van een schuifbeweging erdoor bemoeilijkt wordt. Stel dat op een, op een horizontaal vlak liggend, lichaam een horizontale kracht F inwerkt. Zolang F een kleine waarde heeft komt het lichaam niet in beweging, doordat de wrijvingskracht juist gelijk en tegengesteld is aan F (actie en reactie, wet van). Heeft F echter een bepaalde waarde Ew bereikt, dan begint het lichaam over het vlak te schuiven; eenmaal in beweging is de kracht, nodig om deze beweging in stand te houden (zonder versnelling) gelijk aan de (meestal kleinere!) wrijvingskracht die tijdens de beweging werkt.

Bij grotere snelheden neemt de wrijvingskracht snel toe. De kracht Fw (ook de wrijving tijdens de beweging) is bij benadering evenredig met de normaalkracht (FN) die de lichamen op elkaar uitoefenen. Het quotiënt van de wrijvingskracht en die normaalkracht is een constante, die men de wrijvingscoëfficiënt noemt; deze hangt sterk af van de aard (niet van de grootte) van de elkaar aanrakende oppervlakken. Op het lichaam in rust werken in: de trekkracht F en de corresponderende reactiekracht FW, naar beneden het gewicht FG van het lichaam, naar boven de bijbehorende reactiekracht FN. De resultante van FW en FN is de kracht FR, de totale reactie of totale weerstand. De hoek 𝛽, die FR met FN maakt heet de wrijvingshoek; de tangens van deze hoek is gelijk aan de wrijvingcoëfficiënt.

Van wrijvingskrachten wordt vaak een nuttig gebruik gemaakt (b.v. bij remmen, wrijvingskoppeling, strijkinstrumenten). Ongewenste wrijving wordt bestreden door smering. stick-slip-effect.

Rollende wrijving treedt op als een lichaam over een vlak rolt, en dit de beweging tegenwerkt. Deze wrijving wordt veroorzaakt doordat de contactoppervlakken enigszins worden ingedrukt door de normaalkrachten, waardoor bij beweging voortdurend energie in warmte wordt omgezet. Gewoonlijk zijn de hier optredende wrijvingskrachten veel kleiner dan die van de glijdende wrijving. Hierdoor kan een locomotief een groot aantal wagons voorttrekken, die samen veel zwaarder zijn dan zij zelf is: tussen de drijfwielen van de locomotief en de rails heeft men nl. in eerste instantie glijdende-wrijvingskrachten, terwijl de wielen van de wagons rollende-wrijvingskrachten ondervinden.

Inwendige wrijving of viscositeit is de oorzaak van de weerstand, die lichamen ondervinden, die zich in een fluïdum bewegen.

TEXTIEL

Wanneer de wrijving tussen de vezels in een garen onvoldoende is, kunnen zij naar buiten ‘wandelen’ (migreren) en het garen, of het daaruit vervaardigde breisel, een ruw uiterlijk verlenen. In ernstige gevallen kunnen de naar buiten gemigreerde vezels zich in elkaar verwarren en vezelbolletjes of pills vormen. Garens die in een weefsel te gemakkelijk ten opzichte van elkaar bewegen, geven aanleiding tot gleeën of tot schiften, waardoor sommige naadconstructies hun functie niet langer kunnen vervullen. Een middel om dergelijke euvels te bestrijden is het verhogen van de wrijving door toepassing van apprets die het weefsel ruw maken (een colloïdaal mengsel van zeer fijn zand met een bindmiddel), of middelen die hier en daar de vezels (of garens) aan elkaar hechten (door verstuiving van latexemulsies).