Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Woestijn

betekenis & definitie

v./m. (-en), landstreek waar een vegetatie permanent ontbreekt (of sterk beperkt is) als gevolg van klimaatsomstandigheden, m.n. door grote droogte; (fig.) in de woestijn preken, geen gehoor vinden; iemand de woestijn in sturen, hem als zondebok wegsturen, ontslaan; (fig.) betonen asfaltwoestijn, troosteloze massa huizen en straten.

Al naar de mate van droogte krijgt men overgangen te zien van echte woestijn tot halfwoestijn. De vegetatie wisselt sterk van uiterlijk met de seizoengebonden of onregelmatige neerslag. Kort na een neerslagperiode groeit en bloeit een soms aanzienlijk aantal kortlevende plantesoorten op (regenplanten; efemerofyt). Andere woestijnplanten overleven een droogteperiode ondergronds door wortelstokken, knollen of bollen. Ook komen speciaal aan droogte aangepaste planten voor ( succulent, xerofyt), evenals speciaal aan sterk zouthoudende bodem (zoutwoestijn) aangepaste vormen ( halofyt). Het aantal plantesoorten in de diverse woestijnen loopt sterk uiteen; in de Sahara b.v. komt een 500-tal soorten zaadplanten (Spermatophyta) voor.

Diverse soorten zijn endemen. Een vruchtbare plaats in een woestijn heet oase.

Grote droogtewoestijnen liggen onder de Kreeftskeerkring (Sahara, Arabische Woestijn, Iraanse Woestijn, Thar) en de Steenbokskeerkring (Atacama, Namib, Kalahari, Australische Woestijn). Meer noordelijk liggen de Noordamerikaanse woestijnen (Great Basin, Sonora, Chihuahua) en de Aziatische woestijnen (Toerkestan, Takla Makan, Gobi), terwijl de Patagonische Woestijn zich uitstrekt ten zuiden van de Steenbokskeerkring van 39°—53° ZBr. Al deze gebieden zijn gekenmerkt door een zeer lage relatieve luchtvochtigheid, te wijten aan de geringe neerslag (die daarenboven veelal onregelmatig valt en soms jaren kan uitblijven), hoog oplopende temperaturen en sterke winden. LITT. A.S. Leopold, De woestijn (1968); W.G. McGinnies (red.), Deserts of the world (1969).