Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wereld

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. het heelal, hemel en aarde met alles wat zij bevatten: het ontstaan van de wereld; (zegsw.) het was (een lawaai) of de wereld verging; (ook) in toepassing op een deel van de kosmos of een gedacht tegenbeeld ervan: de andere wereld, het rijk der doden; de onderwereld, de hel: naar de andere wereld verhuizen, sterven; iemand naar de andere wereld helpen, zenden, hem doden;
2. hemelbol, hemellichaam of systeem van hemellichamen: de oneindig vele werelden in de ruimte;
3. oneindige veelheid: een wereld van ideeën;
4. aarde: ter wereld komen, geboren worden; niets ter wereld bezitten, totaal niets; op deze wereld is niets volmaakt; een reis om de wereld; de Nieuwe Wereld, Amerika en Australië; de Oude Wereld, Europa en Azië; het mooiste weer van de wereld, dat je maar denken kunt;
5. generatie: de tegenwoordige wereld; de oude wereld, de oudheid, m.n. de Grieks-Romeinse; ook de toestanden en de levensorde van een tijdperk: de wereld van toen, van nu;
6. de bezigheden, genoegens e.d. van het leven: zich uit de wereld terugtrekken, der wereld afsterven, zich aan de samenleving onttrekken;
7. de gehele mensheid: de hele wereld weet het; (in beperkter zin) alle mensen in een bepaalde cultuur-of levenskring: de oosterse wereld; de uitgaande wereld; (ook) levenswijze van zulke kringen: een man van de wereld; categorie van personen, kring: de geleerde wereld; de vrije wereld, de landen die niet onder een autoritair regime staan;
8. de mensen: in de ogen van de wereld; (spr.) de wereld wil bedrogen zijn;
9. kring van andere levende wezens: de wereld van het dier, van de planten;
10. sfeer, levenskring: ieder heeft (leeft in) zijn eigen wereld; de intellectuele wereld; de wereld van het boek; een wereld in het klein, microcosmos;
11. aardoppervlak, grond, bodem; (gemeenz.) iets tegen de wereld gooien, op de grond; tegen de wereld gaan, in onmacht vallen;
12. als gezichtssfeer in de zegsw. het is vandaag een kleine wereld, het is mistig; het is de witte wereld, het heeft gesneeuwd.