(ging weg, is weggegaan),
1. vertrekken: de anderen zijn al weggegaan; hij is van ons weggegaan, gestorven; ga weg!, loop heen!, dwaasheid!, te gek!;
2. opzeggen: de huishoudster gaat weg.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(ging weg, is weggegaan),
1. vertrekken: de anderen zijn al weggegaan; hij is van ons weggegaan, gestorven; ga weg!, loop heen!, dwaasheid!, te gek!;
2. opzeggen: de huishoudster gaat weg.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: