(waakte, heeft gewaakt),
1. niet slapen, wakker zijn;
2. opzettelijk wakker blijven, niet gaan slapen; m.n. om voor iemand te zorgen, op te passen: bij een zieke waken;
3. toezien dat de persoon of zaak geen schade zal lijden, het oog houden (op, over): voor iemands belangen waken; er moet voor gewaakt worden, dat...