Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wachten

betekenis & definitie

(wachtte, heeft gewacht),

1. ergens zich ophouden tot iemand of iets komt: ik stond op de bus te wachten;
2. (zonder gedachte aan ergens blijven) verbeiden: op een goede gelegenheid wachten; met het eten op iemand wachten, niet beginnen te eten vóór hij gekomen is; wacht even, begin nog niet; (gemeenz.) wachten tot je een ons weegt, ontzettend lang wachten;
3. blijven liggen: dat wacht wel, daar is geen haast bij; dat kan wel wachten;
4. wacht eens! om te kennen te geven dat men zich bedenkt, dat ons iets te binnen schiet; als bedreiging: wacht, dat zal ik je betaald zetten!;
5. in het vooruitzicht staan: daar staat u niets goed te wachten;
6. zich voor iets wachten, ervoor op zijn hoede zijn, oppassen.