Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Waardigheid

betekenis & definitie

v.,

1. hoedanigheid van waardig te zijn; dat is niet in overeenstemming met de waardigheid van het ambt; hij rekende dat beneden zijn waardigheid, hij achtte zich te hoog daarvoor;
2. (-heden), ambt waaraan eer en aanzien verbonden zijn; aanzienlijke betrekking: hij bekleedde daar de bisschoppelijke waardigheid;
3. (scheikunde) elektrovalentie, het aantal elektronen dat door een atoom kan worden afgestaan of opgenomen; covalentie, het aantal elektronenparen dat een atoom met andere atomen gemeen kan hebben.

De waardigheid van een element wordt bepaald door het aantal elektronen in de buitenste elektronenschil (de valentieschil). Verder bepaalt het type binding (covalente of ionogene binding) dat het atoom kan aangaan, het type waardigheid. Zo heeft natrium één relatief zwak gebonden elektron in de valentieschil en kan het dat elektron gemakkelijk afstaan aan b.v. een chlooratoom. Het natriumatoom wordt hiermee een eenwaardig positief ion (Na+) en het chlooratoom een eenwaardig negatief ion (Cl-). De ionen vormen de ionogene verbinding NaCl. Het chlooratoom kan het extra elektron opnemen doordat het zeven elektronen in zijn valentieschil bezit en met het extra elektron de valentieschil vol maakt zodat een zeer stabiele edelgasconfiguratie ontstaat.

De elektrovalentie van natrium is dus één. Waterstof vormt met chloor ook een ionogene verbinding nl. O4Cl. Het is daarin een eenwaardig positief ion. Met koolstof gaat het covalente bindingen aan, b.v. in methaan (CH4). Daarin is de waardigheid (covalentie) van waterstof één en die van koolstof vier. De meeste elementen hebben meer dan één waardigheid (polyvalentie); zo is chloor eenwaardig negatief in HCl en zevenwaardig positief in HClO4.