v. (-en),
1. volwassen mens van het vrouwelijk geslacht; coll.: de — heeft een hogere stem dan de man; de werkende —; 2. echtgenote: man en —, echtpaar; ook als aanspraak: —, kom eens even;
3. meesteres: de — des huizes; Onze-Lieve-Vrouw, de Maagd Maria; meesteres ten opzichte van een huisdier: kom maar bij de —;
4. speelkaart met een vrouwenfiguur: ruitenvrouw.