Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Voorbijgaan

betekenis & definitie

(ging voorbij, is voorbijgegaan),

1. langs iemand of iets heengaan, passeren: er gaat een tram voorbij; (fig.) dat gaat jouw neus voorbij; ik ga dit met stilzwijgen voorbij, hierover spreek ik niet; bij die benoeming werd hij voorbijgegaan, gepasseerd; de gelegenheid (ongebruikt, onbenut) laten voorbijgaan; in het voorbijgaan, terloops;
2. niet doordringen tot: het gesprokene ging geheel aan hem voorbij;
3. tot het verleden gaan behoren: de jaren gingen voorbij.