Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Voetbal

betekenis & definitie

1. m. (-len), veerkrachtige bal die met de

voet voortgeschopt wordt;

2. o., het voetbalspel; de voetbalsport.

Voetbal wordt gespeeld door twee elftallen (tien veldspelers en één doelman) op een door lijnen afgebakend grasveld van ca. 70 m breed en ca. 105 m lang. De spelers trachten de bal (omtrek 68—71 cm, gewicht 396—453 g) in het doel van de tegenpartij te brengen (een doelpunt). De doelen staan in het midden van de korte zijden van het speelveld (doelhoogte 2,44 m, breedte 7,32 m). De bal wordt voornamelijk gespeeld met de voet, maar ook de rest van het lichaam (met uitzondering van handen en armen) mogen gebruikt worden. Alleen de doelman mag binnen zijn strafschopgebied de bal met de hand spelen. Opzettelijke overtredingen, zoals ‘hands’ en het ten val brengen van een tegenspeler, worden bestraft met een directe of een indirecte vrije trap (een indirecte vrije trap kan alleen een doelpunt opleveren als de bal na het nemen nog door ten minste één andere speler is aangeraakt).

De spelers van de gestrafte partij dienen zich minimaal 9,15 m van de bal te bevinden. Een overtreding door de verdedigende partij binnen haar strafschopgebied begaan wordt, als de overtreding een directe vrije trap op zou leveren, bestraft met een strafschop. In het moderne voetbal speelt de buitenspelregel een grote rol doordat de verdedigende partij nogal eens de buitenspelval gebruikt, d.w.z. probeert een of meer aanvallers buitenspel te zetten om zodoende de aanval te onderbreken. Er is sprake van buitenspel als op het moment dat de bal in de richting van de achterlijn wordt gespeeld, zich tussen de bal en de doellijn nog een speler van de aanvallende partij bevindt en er zich tussen deze speler en de doellijn minder dan twee spelers (inclusief de doelman) van de verdedigende partij bevinden. Er is geen sprake van buitenspel als de bal door een speler van de tegenpartij wordt gespeeld, als de aanvaller zich op de eigen speelhelft bevindt, bij het in-het-spel brengen van de bal (doeltrap, inworp, hoekschop). Overtreding van de buitenspelregel wordt bestraft met een indirecte vrije trap.

Als de bal door een speler over de eigen doellijn wordt gewerkt, krijgt de tegenpartij een doelpunt toegekend als het tussen de doelpalen geschiedt en een hoekschop (een directe vrije trap, te nemen vanaf de hoek van het veld) als het buiten het doel gebeurt. Wordt de bal over een zijlijn gespeeld, dan mag de tegenpartij de bal inwerpen. Een voetbalwedstrijd duurt 2 x 45 min met een pauze van ca. 15 min. De ploeg die de meeste doelpunten scoort is winnaar. De spelregels worden gehandhaafd door een scheidsrechter, geassisteerd door twee grensrechters.

Geschiedenis en organisatie. Reeds ca. 1100 v.C. werd in Japan en China een soort voetbal gespeeld. Ook bij de Grieken en Romeinen wordt melding gemaakt van deze sport, die episkyros, resp. harpastum werd genoemd. Aan het eind van de middeleeuwen kwam het in Frankrijk onder de naam savate voor, terwijl de Italiaan Scaino in 1555 een omschrijving gaf van voetbal (calcio), die aan een veldslag doet denken. In Engeland was voetbal een volksspel. Het aantal spelers wisselde van ca. 30 tot enkele honderden, waarbij soms het ene dorp tegen het andere speelde.

Het was een ruw spel, waarbij herhaaldelijk ernstige ongevallen voorkwamen. In 1349 verbood de Engelse koning Eduard m het spel, omdat het de burgers afhield van het voor de oorlogvoering belangrijke boogschieten. Om dezelfde reden werd het in 1369 in Frankrijk verboden. In de 19e eeuw kreeg het voetbal in Engeland een beschaafder karakter. O.a. in Londen en Cambridge ontstonden verenigingen van schooljongens, die in 1863 de Football Association stichtten. Ter onderscheiding van rugby sprak men van association football, later aangeduid als soccer. In datzelfde jaar ontstonden ook de eerste spelregels, waarvan enkele grondvormen zijn gehandhaafd, al kwamen er geleidelijk talrijke wijzigingen en aanvullingen.

In Nederland werd voetbal geïntroduceerd door Pim Mulier; de eerste voetbalclub was HFC (Haarlemsche Football Club), opgericht in 1879. Op 8.12.1889 vond de oprichting van de Ned. Voetbal Bond (sinds 1929 KNVB) plaats. Aanvankelijk ondervond het voetbal tegenwerking van confessionele en pedagogische zijde, vooral in verband met het spelen op zondag. Dit bezwaar is ondervangen door de invoering van de zaterdagcompetitie. In het algemeen werd de voetbalsport tot ca. 1914 door de elite beoefend.

De mobilisatie van 1914-18 heeft in sterke mate tot popularisering bijgedragen. In 1954 werd in Nederland het betaalde voetbal ingevoerd. Na internationale successen van m.n. Feyenoord, Ajax en PSV in het begin van de jaren zeventig, is er een (financiële) crisissituatie in het Ned. betaalde voetbal ontstaan, als gevolg van het wegblijven van publiek en de tot buitensporige hoogten gestegen transferbedragen. In Nederland zijn er ca. 6000 voetbalclubs met in totaal ca. 1 mln. leden.

In België ontstonden de eerste voetbalclubs na 1880 (o.a. Antwerp FC, 1880). In 1895 werd de Union Belge des Sociétés des Sports Athlétiques opgericht, die o.a. de voetbalverenigingen organiseerde. In 1912 scheidde de Union Belge des Sociétés de Football-Association en in 1913 de Belg. Voetbal Bond (de latere KBVB) zich af. Het Belg. voetbal is sinds de tweede helft van de jaren zeventig internationaal sterk in opkomst, m.n. door toedoen van clubs als FC Brugge, Andeflecht en RWD Molenbeek.

In België zijn er ca. 2100 clubs met in totaal ca. 400000 leden. Het voetbal is internationaal georganiseerd in de Fédération Internationale de Football-Association (FIFA; opgericht in 1904) en in Europa in de Union Européenne de Football Association (UEFA; opgericht in 1954). De laatste organiseert o.a. de wedstrijden om de diverse Europacups. De Europacup I werd in 1977 en 1978 gewonnen door Liverpool, in 1979 en in 1980 door Nottingham Forrest. De Europacup II werd in die jaren gewonnen door HSV, Anderlecht, Barcelona en Valencia; de UEFA-cup door Juventus, PSV, Borussia Mönchen-Gladbach en Eintracht-Frankfurt. De winnaars van de jaren daarvoor worden gegeven in de tabel bij Europacup.

voetbal. Wereldkampioenen

1930 Uruguay
1934 Italië
1938 Italië
1950 Uruguay
1954 BRD
1958 Brazilië
1962 Brazilië
1966 Engeland
1970 Brazilië
1974 BRD
1978 Argentinië

voetbal. Kampioenen van Nederland en België vanaf 1956 jaar Nederland België

1956 Rapid JC Anderlecht
1957 Ajax FC Antwerp
1958 DOS Standard
1959 Sparta Anderlecht
1960 Ajax Lierse SK
1961 Feyenoord Standard
1962 Feyenoord Anderlecht
1963 PSV Standard
1964 DWS Anderlecht
1965 Feyenoord Anderlecht
1966 Ajax Anderlecht
1967 Ajax Anderlecht
1968 Ajax Anderlecht
1969 Feyenoord Standard
1970 Ajax Standard
1971 Feyenoord Standard
1972 Ajax Anderlecht
1973 Ajax FC Brugge
1974 Feyenoord Anderlecht
1975 PSV RWD-Molenbeek
1976 PSV FC Brugge
1977 Ajax FC Brugge
1978 PSV FC Brugge
1979 Ajax SK Beveren
1980 Ajax FC Brugge.