[Lat. vetus, oud], m. (-ranen), (vroeger) oud, beproefd soldaat; (thans) oudgediend of uitgediend soldaat; (fig.) een veteraan in het vak, die erin oud geworden en erin doorkneed is; iemand die behoort tot oudere generaties van allerlei categorieën; ook van zaken.
In het Romeinse leger waren de oudgediende soldaten na 16—20 jaar dienstverband vrijgesteld van zware arbeid en genoten voorrang bij de verdeling van staatsland. In crisisperioden namen veteranen vaak weer dienst. Doordat men steeds een beroep op hen kon doen, vormden de veteranen de betrouwbaarste groep rond een imperator. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog hebben zich in de verschillende oorlogvoerende landen organisaties van veteranen (oudstrijders) gevormd.