Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Veer

betekenis & definitie

o. (veren),

1. plaats waar men een water kan worden overgezet; (fig.) hij gaat over de veren, overal legt hij eens aan, m.n. om te borrelen;
2. inrichting voor en dienst van een verbinding per schip tussen twee tegenover elkaar gelegen punten aan de oevers van een water;
3. ook de verbinding, beurtvaart;
4. veerboot, veerpont.

RECHT

Men onderscheidt overzetveren, die een stroom of water dwars of in schuine richting over plegen te steken, van de ene oever naar de andere; beurtveren, veerdiensten die stromen of wateren een in eindweegs in hun lengte volgen en twee of meer plaatsen verbinden. Het recht om met uitsluiting van ieder ander, personen en goederen over te zetten en veergeld te heffen valt samen met de plicht tot bediening. Het behoorde in de middeleeuwen tot de heerlijke rechten.

SCHEEPVAART

Als vaartuig voor een veer dienen veelal (platboomde) (veer)ponten, over smalle wateren veelal kettingponten en gierponten, bij bredere stromen heeft men motorponten. Een veer dat gebruik maakt van een (veer)pont heet pontveer. Voor grotere wateren worden speciale schepen gebruikt, tegenwoordig ook draagvleugelboten en luchtkussenvaartuigen. Veerboten die zeeëngten (b.v. Westerschelde) of de zee bevaren (b.v. Engeland-continent, de zgn.

Kanaalboten) voldoen aan de eisen voor zeeschepen. Zeegaande veerboten zijn nagenoeg alle uitgerust met passagiersaccommodatie, soms met slaapgelegenheid variërend van vliegtuigstoelen tot luxehutten.