Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vanbrugh (vanburgh)

betekenis & definitie

sir John, Engels architect en toneelschrijver, *(ged. 24.1.) 1664 te Londen, ♱26.3.1726 te Londen; van Vlaamse afkomst. Vanbrugh studeerde van 1683—85 architectuur te Parijs, waarna hij officier werd in het Engelse leger.

Op verdenking van spionage werd hij in 1690 te Calais gearresteerd en verbleef hij tot 1692 in Franse gevangenschap. Na zijn terugkeer in Engeland debuteerde hij in 1696 met The relapse, or virtue in danger, een typisch voorbeeld van de frivole komedie uit de Restauratieperiode. Na Aesop (1697) en The provoked wife (1697) werd de kritiek op zijn werk zodanig, dat hij besloot zich aan de architectuur te wijden. Zijn ontwerpen voor bouwwerken (o.a.Howard Castle, 1699; Blenheim Palace, 1705, hoogtepunt van de Engelse barok) vertegenwoordigen het palladianisme en volgen het werk van Wren. Interessant is daarnaast het gezamenlijke ontwerp voor Stowe (1697—1724; met W.Kent), een van de eerste voorbeelden van de landschapsstijl in de tuinarchitectuur. Werken: The false friend (1702), The country house (1703), The confederacy (1705). Uitgave: The complete works, door B.Dobrée en G.Webb (4 dln. 1927—28).

ITT. B.Harris, Sir J.Vanbrugh (1967).

< >