(broedde uit, heeft uitgebroed),
1. door broeden doen uitkomen: eieren uitbroeden;
2. bedenken, beramen: boze plannen uitbroeden.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(broedde uit, heeft uitgebroed),
1. door broeden doen uitkomen: eieren uitbroeden;
2. bedenken, beramen: boze plannen uitbroeden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.