1. (twistte, heeft getwist), twist hebben, onenig zijn, ruzie hebben, krakelen.
2. [Eng.] (twistte, heeft getwist), a. (vezels) ineendraaien tot garens; b. de twist dansen,
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
1. (twistte, heeft getwist), twist hebben, onenig zijn, ruzie hebben, krakelen.
2. [Eng.] (twistte, heeft getwist), a. (vezels) ineendraaien tot garens; b. de twist dansen,
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: