Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trouwen

betekenis & definitie

(trouwde, heeft en is getrouwd), huwen: wanneer denken de jongelui te trouwen?, in de kerk trouwen , het huwelijk laten inzegenen; voor de wet trouwen, op het stadhuis; (spr.) trouwen is houwen, als men getrouwd is kan men er niet meer af ; zo zijn wij niet getrouwd, dàt hebben we niet afgesproken; ten huwelijk nemen; (overdr.) een fortuin trouwen, iemand met veel geld; in de echt verbinden, resp. een echtverbintenis inzegenen: de burgemeester trouwde hen.