Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trias politica

betekenis & definitie

een theorie van Montesquieu, die op grond van waarnemingen in Engeland de wenselijkheid betoogde van splitsing van de openbare macht in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Montesquieu achtte haar de meest adequate bescherming van de vrijheden van de burgers.

De wetgevende macht zou zijns inziens moeten berusten bij de volksvertegenwoordiging, de uitvoerende bij de monarch en de rechtsprekende bij onafhankelijke rechters. Deze drie machten zouden zich niet in elkaars ressort mogen mengen. De trias politica heeft de Amerikaanse en ook de meeste Europese constituties beïnvloed, hoewel de volkomen scheiding der machten niet realiseerbaar bleek. In de 20e eeuw kwamen totalitaire stelsels op die de leer van de staatsalmacht huldigden. Men stelt dat het belang van bevolking en staat één is, dat het bij de behartiging van de belangen van de staat niet in de eerste plaats aankomt op de verzekering van zo groot mogelijke vrijheid van het individu, maar op het bezit van zo groot mogelijke macht en kracht van de gemeenschap. In deze gedachtengang verliezen wetgevende en rechterlijke macht aan betekenis en is de uitvoerende macht de belangrijkste.

LITT. H.Renyl, De leer der trias politica sinds Locke en Montesquieu (1886); O.W.Kaegi, ZurEntstehung, Wandlung und Problematik des Gewaltenteilungsprinzips (1937); P.J.Oud, Enige beschouwingen over de verhouding der verschillende overheidsmachten (1952).