[Fr.], m. (-en),
1. vooraf vastgesteld tijdstip waarop iets zal of moet geschieden of geschied moet zijn;
2. begrensde tijdsruimte waarbinnen iets moet gebeuren: de termijn om in hoger beroep te gaan is veertien dagen; op korte, op lange termijn, binnen korte, resp. na langere tijd (van nu af);
3. (termijnhandel) het vooraf vastgestelde tijdstip waarop levering en verrekening van het tegen een overeengekomen prijs gekochte moet plaatsvinden;
4. vastgesteld deel van een som als gespreide betaling;
5. (r.-k.) bedeldistrict van franciscanen en dominicanen.