v./m. (g. mv.),
1. verzet met woorden: geen tegenspraak kunnen verdragen;
2. ontkenning, loochening: tegenspraak uitlokken; niet aan tegenspraak onderhevig zijn, onbetwijfelbaar zijn;
3. het indruisen van de ene opvatting of bewering tegen de andere;
4. (logica) contradictie.