(taande, heeft en is getaand),
1. in taan koken: de zeilen, de netten tanen;
2. vaalgeel of dof worden, zijn helderheid verliezen: de zon begint te tanen; (fig.) achteruitgaan: zijn roem begon te tanen; het gezag ging tanen.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(taande, heeft en is getaand),
1. in taan koken: de zeilen, de netten tanen;
2. vaalgeel of dof worden, zijn helderheid verliezen: de zon begint te tanen; (fig.) achteruitgaan: zijn roem begon te tanen; het gezag ging tanen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: