[Gr. talenton, weegschaal], o. (-en),
1. Oudgrieks en Israëlitisch gewicht en een geldwaarde (de waarde van dat gewicht aan zilver);
2. natuurlijke begaafdheid; (spr.) begraaf uw talent niet onder de aarde, men moet zijn kennis en bekwaamheden niet ongebruikt laten;
3. (metonymisch) iemand met veel begaafdheid: een jong -.
NUMISMATIEK
Bij de oude Grieken was een talent een gewicht van 26 kg, later een geldwaarde overeenkomend met dit gewicht in zilver. 1 Attisch talent = 60 minae = 6000 drachmen. In Israël was het talent een bepaald gewicht aan goud of zilver; als geldwaarde was 1 talent = 60 minae (of pond) = 3600 (later: 3000) sikkel.