Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

strooisel

betekenis & definitie

o.,

1. wat gestrooid wordt of is, b.v. stro onder het vee;
2. verzamelnaam voor het op de bosbodem terecht gekomen, nog onverteerde organische afval, afkomstig van planten en dieren (e).(e) Strooisel op bosgrond bevat een belangrijk deel van de voorraad minerale voedingsstoffen, die in de levensgemeenschap van het bos circuleren; bovendien is het de grondstof voor de vorming van humusstoffen, die door hun colloïdale eigenschappen minerale voedingsstoffen en vocht kunnen vasthouden als een voor de planten geleidelijk beschikbaar komende reserve en die een belangrijke invloed hebben op de bodemstructuur. Het is dus voor het bos van groot belang dat het strooisel ter plaatse blijft. De afbraak van het strooisel wordt bewerkstelligd door een menigte organismen (bodemdieren, schimmels, bacteriën enz.) die het strooisel of de daaruit ontstane afvalprodukten van andere organismen als voedsel gebruiken. Afhankelijk van de milieu-omstandigheden en de aard van het strooisel kunnen hierbij verschillende humusvormen ontstaan. Is de afbraak volledig, dan spreekt men van mineralisatie: door dit proces worden alle door de planten opgenomen mineralen weer vrijgemaakt, zodat zij opnieuw door de planten kunnen worden benut.