Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 16-06-2020

Stork

betekenis & definitie

Charles Theodoor, Ned. industrieel, *9.2.1822 Oldenzaal, ♰19.7.1895 Oldenzaal. Stork richtte in 1836 te Oldenzaal een katoenweverij op.

In 1854 volgde (met jongere broer J.E.Stork en H.J. Ekker) de oprichting van de eerste Ned. stoomweverij voor bonte katoen te Hengelo en in 1862 (met H.P.Gelderman en Eeckhout) een stoomkatoenspinnerij te Oldenzaal. Na de dood van zijn broer Coenraad Craan (1863) nam hij diens ijzeren metaalgieterij, en draaierij te Borne over, verplaatste haar in 1868 naar Hengelo en maakte haar tot een van de grootste machinefabrieken in Nederland. In 1893 werden de weverij en de machinefabriek gescheiden; Storks zoons, Coenraad Frederik (*6.2.1865 Oldenzaal, ♰18.7.1934 De Lutte) en Dirk Willem (*4.4.1855 Oldenzaal, ♰15.2.1928 Hengelo) werden in de machinefabriek opgenomen. Deze ontwikkelde zich tot de Koninklijke Machinefabriek Gebr. Stork NV, die in 1954 fuseerde met Werkspoor NV tot Verenigde Machinefabrieken NV, het grootste Ned. concern op het gebied van de machinebouw.

Met de Delftse industrieel J.C. van Marken behoorde Charles Stork tot de eerste Ned. fabrikanten die in hun bedrijf de belangen van de arbeiders behartigden (fabrieksscholen, ziekenfonds, pensioenfonds, verzekeringen, spaarkassen), terwijl hij tevens een vorm van winstdeling voor het personeel invoerde. Hij was lid van de Eerste Kamer en verdedigde vooral het vrijhandelssysteem en de afschaffing van de differentiële rechten in Ned.-Indië. Werken: De Twentsche katoennijverheid (1888).LITT. I.J.Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht (1961).