m. (-en),
1. (thans alleen in plechtige taal) tijd, tijdstip, tijdsgewricht: dat ik toch vroom mag’ blijven Uw dienaar t’aller —;
2. tijd van onbepaalde duur: bid-, dankstond;
3. gelegen tijd, gunstige tijd: op tijd en —.
Gepubliceerd op 16-06-2020
betekenis & definitie
m. (-en),
1. (thans alleen in plechtige taal) tijd, tijdstip, tijdsgewricht: dat ik toch vroom mag’ blijven Uw dienaar t’aller —;
2. tijd van onbepaalde duur: bid-, dankstond;
3. gelegen tijd, gunstige tijd: op tijd en —.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: